1. Het vlees versnijden.

Snijd de pancetta in fijne reepjes. Snijd het stuk spiering in blokjes van ongeveer 5 cm.

2. De kruiden prepareren.

Pel de ui en snijd fijn. Pers de knoflook, doe bij de ui.
Stop de rozemarijn en de salie in een theezakje.

3. De groenten voorbereiden.

Schil de wortel en de selder.
Spoel en snijd in kleine blokjes.

4. Het vlees aanbraden.

Bak de pancetta samen met het vlees in olie rondom bruin.
Schep uit de pan.

5. De groenten stoven.

Roerbak nu de ui samen met de knoflook, wortel-en selderblokjes. Zet op een laag vuur gedurende 20 minuten.

6. De saus bereiden.

Voeg het vlees toe aan de groenten. Kruid met peper en zout. Voeg de tomatenpuree toe en roerbak 2 minuten.
Giet de wijn en de bouillon in de pot alsook de tomatenblokjes. Schep alles goed om en voeg het theezakje met de kruiden toe. Laat op een zacht vuur, met een houten lepel tussen het deksel en de pot, voor ongeveer 2 tot 3 uur sudderen.

7. De pasta bereiden.

Kook de pappardelle volgens de verpakking beetgaar.
Giet door een zeef.

8. Afwerking.

Schik de pasta op de borden, schep er een flinke lepel van de ragù op en werk af met Parmezaanse kaas.